Al jarenlang bepleiten we bij bedrijven om op zoek te gaan naar de balans tussen thuiswerk en kantoorwerk, tussen verplaatsingen in binnen- en buitenland en face-face dan wel virtuele meetings. Aanvankelijk reageerden bedrijven slechts lauwtjes op de mogelijkheid om hun medewerkers vaker van thuis te laten werken. De bezwaren zijn gekend: een lagere productiviteit, een gebrekkiger communicatie en samenwerking, een dalend gevoel van collegialiteit. Maar ze vreesden ook de gevolgen van die keuze: de kosten van een performante infrastructuur, het opstellen van een degelijk en juridisch sluitend bedrijfsbeleid… Meer dan voldoende obstakels voor vele bedrijven om die boot zo veel mogelijk af te houden.
Maar tegelijk is de maatschappelijke context zo hard veranderd dat de roep om meer mobiliteit en slimmer zakendoen steeds harder klinkt. Onze maatschappij en economie kreunt onder het fileleed, dat ons jaarlijks miljarden kost aan verloren productiviteit. En de natuur blijft jaar na jaar meer uitlaatgassen slikken, ondanks alle inspanningen om die CO2-uitstoot te verminderen.
En de werknemers zelf? Slechts 22% van de Belgen mag volgens een rapport van de Belgische FOD Mobiliteit van zijn organisatie geregeld thuiswerken. 92% van die telewerkers wil graag blijven telewerken, meestal omwille van de tijdwinst en het wegvallen van de stress en vermoeidheid door het niet afleggen van het woon-werkverkeer. Wie niet thuiswerkt, denkt vaak dat de grens tussen werk en privé moeilijker te trekken valt, en dat het sociaal contact met collega’s zal verwateren. Maar wie vaak telewerkt, merkt dat dit best meevalt.
Er is anders gezegd nog een grote interesse en goesting om thuis te werken bij de meeste werknemers. En andere studies wijzen erop dat ook de productiviteit voor bedrijven zou toenemen. Bovendien stellen steeds meer sollicitanten flexibel werken als voorwaarde om te starten. En toch blijven zoveel bedrijven vasthouden aan de klassieke vorm van kantoorwerken, van 9 tot 5 als het enigszins kan. Zucht…